Cao  ›  Fonds Collectieve Belangen voor de Vleessector

Type cao: Opleidings- en Ontwikkelingsfonds

Looptijd: 01-07-2024 tot en met 30-06-2029

Ga terug
Bijbehorende cao
Branche / sector
Uw bedrijfsnaam hier? Neem dan contact met ons op.
Klik hier
Algemeen
Fonds Collectieve Belangen voor de Vleessector (2024-2029)

Het Fonds Collectieve Belangen voor de Vleessector (FCB Vlees) ondersteunt en financiert activiteiten die bijdragen aan goede arbeidsverhoudingen in de vleessector. Dit omvat onder andere:
Lees verder
Ik wil informatie aanmelden
Uw bedrijfsnaam hier? Neem dan contact met ons op.
Klik hier
Beschrijving

Fonds Collectieve Belangen voor de Vleessector (2024-2029)

1. Doel en Werkingssfeer

Het Fonds Collectieve Belangen voor de Vleessector (FCB Vlees) ondersteunt en financiert activiteiten die bijdragen aan goede arbeidsverhoudingen in de vleessector. Dit omvat onder andere:

  • Het aanbieden en subsidiëren van scholing en opleiding voor werknemers.
  • Het verbeteren van arbeidsomstandigheden en veiligheid binnen bedrijven.
  • Het bevorderen van re-integratie en werkgelegenheid.

Werkingssfeer – Voor welke bedrijven geldt de regeling?

De cao en het fonds zijn van toepassing op bedrijven in de vleessector, waaronder:

  • Slachterijen: bedrijven die dieren slachten (uitgezonderd pluimvee, wild en konijnen).
  • Verwerkingsbedrijven: ondernemingen die vlees afsnijden, bewerken of verwerken, inclusief uitbenen en veredelen.
  • Handelsbedrijven: bedrijven die vlees en ongesmolten dierlijke vetten verhandelen.
  • Voor gemengde bedrijven: ondernemingen die naast vleessectoractiviteiten ook andere activiteiten uitvoeren – wordt de toepasselijke cao bepaald op basis van de hoofdactiviteiten (meeste werkzaamheden).

Uitzonderingen – Voor wie geldt de regeling niet?

De cao en het fonds zijn niet van toepassing op ondernemingen die zich uitsluitend bezighouden met:

  • De handel, bewerking of verwerking van darmen.
  • De handel, bewerking of verwerking van organen die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn.
  • Pluimvee-, wild- en konijnenslachterijen.
  • Ondernemingen zonder productie-, bewerkings- of verwerkingsfuncties.

2. Financiering en Werkgeversbijdrage

Werkgevers in de vleessector zijn verplicht een bijdrage te leveren aan het fonds.

  • De bijdrage bedraagt maximaal 0,7% van de bruto loonsom en wordt jaarlijks vastgesteld.
  • Werkgevers die hun bijdrage niet betalen, kunnen een naheffing en extra kosten opgelegd krijgen door de stichting.

3. Subsidies en Tegemoetkomingen

Opleidingssubsidies

50% vergoeding voor functiegebonden en deels functiegebonden opleidingen tot HBO-niveau, met een maximum van €1.000 per opleiding.
BBL-subsidies voor werkgevers die leerlingen in de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) begeleiden:

  • € 1.200,- per leerling in het eerste jaar.
  • € 600,- in het tweede jaar.

Diplomasubsidie:

  • €204 voor een werknemer bij het behalen van een NT2-certificaat, een BBL niveau 1- of 2-diploma.
  • Extra €272 als de werknemer een jaar na het behalen van het diploma nog bij dezelfde werkgever in dienst is.

Re-integratie en Employability

  • EVC-trajecten (Erkenning van Verworven Competenties): 50% van de kosten, tot een maximum van €625 per werknemer.
  • Employability-subsidies: Tot €500 per jaar (max. €1.000 per twee jaar) voor arbeidsmarktgerichte opleidingen.
  • Loopbaanadvies: Werknemers kunnen eens per vijf jaar een vergoeding tot €750 krijgen voor loopbaanadvies.

Verletkostenvergoeding

Werkgevers ontvangen compensatie als werknemers deelnemen aan:

  • Vakbondsactiviteiten.
  • Medezeggenschapstrainingen.
  • OR-cursussen.

De vergoeding is gebaseerd op het reguliere uurloon en geldt alleen voor ingeroosterde uren. Reis- en verblijfskosten worden niet vergoed.

Maatwerk voor duurzame inzetbaarheid

  • Regeling zwaar werk: Werknemers kunnen tot drie jaar eerder stoppen met werken met een financiële ondersteuning.

Subsidies voor projecten

Ondersteuning voor projecten en onderzoeken op het gebied van:

  • Arbeidsomstandigheden.
  • Scholing.
  • Duurzame inzetbaarheid.

4. Uitvoering, Toezicht en Aanvraagprocedures

  • Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling.
  • Werkgevers moeten jaarlijks een opleidingsplan indienen om in aanmerking te komen voor subsidies.
  • Aanvragen worden beoordeeld door het sociaal secretariaat van de stichting.
  • Uitzend-, inleen- of uitleenorganisaties moeten SNA-gecertificeerd zijn om in aanmerking te komen voor subsidies.
Copyright BCOP.nl   |   BCOP is onderdeel van HRM Totaal B.V.
KvKnr: 88185486   |   E-mail: info@bcop.nl
Disclaimer  |  Algemene Voorwaarden  |  Privacy Verklaring

Webdesign & webdevelopment by: Timeless Design
Altijd op de hoogte? Meld u dan aan!